ICCS 2022

Het ICCS 2022 onderzoek is inmiddels afgerond. Het Nederlandse onderzoeksrapport kunt u hier lezen:

 

Jongeren ontwikkelen de kennis, houding en vaardigheden die hen in staat stellen actief deel te nemen aan de samenleving. Deze maatschappelijke ontwikkeling staat in het onderwijs bekend onder de noemer ‘burgerschap’. Van scholen wordt een bijdrage verwacht aan de bevordering van burgerschap van jongeren. Daarvoor is inzicht in de ontwikkeling van burgerschapskennis, houdingen en vaardigheden van jongeren van belang, net als inzicht in de wijze waarop scholen onderwijs gericht op het bevorderen van burgerschap vormgeven. Nederland heeft daarom deelgenomen aan de International Civic and Citizenship Education Study (ICCS). 

In deze studie worden de burgerschapscompetenties van leerlingen in het tweede leerjaar en de invulling van burgerschapsonderwijs in het voortgezet onderwijs onderzocht. Nederland nam eerder deel aan ICCS in 2009 en 2016, waarbij het onderzoek liet zien dat het burgerschapsonderwijs en de resultaten daarvan op Nederlandse scholen achterblijven bij vergelijkbare landen.

In 2022 is opnieuw onderzoek gedaan naar de burgerschapscompetenties van jongeren en het burgerschapsonderwijs op scholen. Nederland was één van de vierentwintig landen die aan het onderzoek deelnam. Naast Nederland vond het onderzoek ook plaats in Brazilië, Bulgarije, Colombia, Cyprus, Denemarken, Duitsland (Noordijn-Westfalen en Sleeswijk-Holstein), Estland, Frankrijk, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Malta, Noorwegen, Polen, Roemenië, Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Taiwan en Zweden.

Waarom onderzoek naar burgerschapsonderwijs?

De laatste jaren zien we dat de burgerschapscompetenties van jongeren en het burgerschapsonderwijs op scholen steeds meer in de belangstelling staan. Die aandacht komt vooral voort uit signalen dat het er niet goed voor staat met de burgerschapscompetenties van Nederlandse jongeren. Dit uit zich onder andere in zorgen over de politieke of maatschappelijke betrokkenheid van jongeren, achterblijvende democratische kennis en grote verschillen tussen leerlingen die verschillende onderwijsniveaus volgen. Zo lieten bijvoorbeeld zowel het ICCS onderzoek in 2016 als het ADKS onderzoek in 2021 zien dat verschillen tussen leerlingen naar gelang naar welke school zijn gaan of welk onderwijsniveau zij volgen groot zijn.

Ook het burgerschapsonderwijs dat de scholen geven krijgt recent veel aandacht. De Inspectie van het Onderwijs is al een aantal jaren kritisch over de kwaliteit van het onderwijs op dit gebied. Recent heeft de minister daarom de wet ‘verduidelijking van de burgerschapsopdracht aan scholen in het funderend onderwijs’ opgesteld, deze is op 1 augustus 2021 in werking getreden. Die nieuwe wettelijke opdracht schrijft onder andere voor dat scholen leerlingen kennis en respect moeten bijbrengen voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, dat scholen daar doelgericht en samenhangend aan werken, en dat scholen dit evalueren en hierover verantwoording afleggen.

Al die aandacht voor burgerschapscompetenties en burgerschapsonderwijs, gecombineerd met de zorgen die bestaan over de kwaliteit van het aanbod en de uitkomsten, maakt het van belang om hier onderzoek naar te doen. Omdat het ICCS onderzoek in meerdere landen plaatsvond, maakt dit het bovendien mogelijk om de uitkomsten te vergelijken met andere landen. Op die manier kunnen vergelijkingen gemaakt worden tussen leerlingen, tussen scholen, en tussen Nederland en andere landen. Het onderzoek draagt daarmee bij aan ontwikkeling van wetenschappelijke kennis over wat werkt bij burgerschapsonderwijs, maar biedt deelnemende scholen ook een spiegel om hun onderwijs te kunnen evalueren en ontwikkelen.

Wat houdt het ICCS onderzoek in?

ICCS beoogt een representatief beeld te geven van de burgerschapscompetenties van jongeren en burgerschapsonderwijs in de verschillende deelnemende landen. Het onderzoek bestond uit twee stadia: een nationale testronde (de Field Trial) en de hoofdstudie. In beide studies wordt gewerkt met dezelfde instrumenten, al kunnen vragen wel aangepast worden naar aanleiding van de testronde. Drie van de instrumenten zijn bestemd voor leerlingen uit het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs: een kennistoets om burgerschapskennis te meten, een internationale vragenlijst om burgerschapshoudingen en ervaringen van leerlingen te bevragen, en een Europese vragenlijst gericht op de houdingen van leerlingen t.a.v. vraagstukken die relevant zijn voor deelnemende landen in Europa. Naast de bevraging van leerlingen werd ook een vragenlijst afgenomen onder leraren die lesgeven aan het tweede leerjaar over de manier waarop zij invulling geven aan burgerschapsonderwijs, en vulde de schoolleider een vragenlijst in over het beleid t.a.v. burgerschapsonderwijs en de context van de school.

Voorafgaand aan de hoofdstudie vond in het voorjaar van 2021 de nationale testronde (de “Field Trial”) plaats. In dit voorbereidend onderzoek werd de validiteit en internationale vergelijkbaarheid van de gebruikte instrumenten getest. Aan de testronde hebben 19 scholen voor voortgezet onderwijs deelgenomen. Van deze testronde worden geen landelijke resultaten gerapporteerd. 

De hoofdstudie vond plaats in het voorjaar van 2022. De gegevens zijn verzameld op 124 scholen voor voortgezet onderwijs. De scholen en klassen in ICCS 2022 zijn aselect gekozen. Er werd gebruik gemaakt van een representatieve steekproef van 150 scholen. Op elke school werden de instrumenten voor leerlingen afgenomen in één tweede klas, en vulden de leraren en schoolleider een vragenlijst in. Op de 124 deelnemende scholen hebben 2609 leerlingen, 1062 leraren en 87 locatie-of afdelingsleiders aan het onderzoek meegedaan.

Meer weten?

De Nederlandse deelname aan het onderzoek werd uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam, Hogeschool van Amsterdam, GION onderzoek/onderwijs (Rijksuniversiteit Groningen) en het Kohnstamm Instituut. Meer informatie over het internationale onderzoek vindt u op de website van de IEA.